Cosmetica moet beschermen, verzorgen en mooier maken. Mensen gebruiken cosmetica al duizenden jaren. Wij hebben de cultuurgeschiedenis van schoonheid nader bekeken en hebben daarbij interessante ontdekkingen gedaan.
HET OUDE EGYPTE
De Egyptische koningin Cleopatra (69 v. Chr – 30 v. Chr.) verzorgde haar huid uitgebreid met de toentertijd beschikbare middelen. Tot haar schoonheidsrecepten behoorden naast de beroemde melk- en honingbaden ook rozenwater, kleiaarde en aloë vera. Reiniging en verzorging was belangrijk in het oude Egypte: De mensen gebruikten speciale schrapers om hardnekkig vuil van hun huid te verwijderen. Na het wassen werd de huid voorzien van make-up en met kruidenoliën ingesmeerd. Voor de bescherming tegen de zon en voor desinfectie.
HET OUDE GRIEKENLAND
De Griekse arts Claudius Galenus (129 – 199 n.Chr.) mengde olijfolie, rozenwater en bijenwas tot een crème voor de droge huid, die hij koelzalf noemde. Het woord cosmetica werd uitgevonden. Het is afgeleid van het Griekse werkwoord “kosméo” dat “ordenen, versieren” betekende. Wie het zich kon veroorloven baadde in met badzout geparfumeerd water, bracht een aangename geur aan met zalfolie en verzorgde de huid met kostbare essences.
VROEGE MIDDELEEUWEN
Het christendom veroverde Europa. Openbare baden werden gesloten, make-up werd als heidens beschouwd. Keizer Justinianus I sloot in 529 de beroemde door Plato opgerichte Academie van Athene. Vele geleerden gingen daarom naar de Academie van Gondesjapoer in India. Hier werden Europese en Oriëntaalse invloeden vermengd bij de cosmetica- en parfumproductie. De christelijke missionarissen hadden echter niets in te brengen tegen het medische gebruik van oliën, zalven en crèmes in kloosters.
DE FRANSE RENAISSANCE
In Frankrijk werd het elegante leven van de hoge adel als ideaal beschouwd. Via de Chinese Zijderoute en uit Klein-Azië kwamen exotische geuren en cosmetica naar Europa. Wassen met water was echter strafbaar, dus bedekte men lichaamsgeur met parfum en maakte gebruik van “droge cosmetica”. Loodwit en vermiljoen beschadigden echter de huid, waardoor men probeerde om deze met rozenolie en -essences weer te kalmeren.
DE VERLICHTING
In het kader van de verlichting in de 19e eeuw werd het natuurlijke weer ontdekt. Lucht, water en licht werden als algemeen toegankelijke middelen voor het harden van lichaam en geest gepropageerd. Men ging aan bergbeklimmen en zwemmen doen. Daardoor steeg de vraag naar zonbescherming. Keizerin Sissi verrijkte haar koelzalf daarom met zink en talk. Het zink werkte daarbij als zonnefilter en de zalf had uit huidig oogpunt een beschermingsfactor van ca. 20.
DE MODERNE TIJD
De toenemende industrialisatie was ook van invloed op schoonheid. De eerste cosmeticaconcerns werden opgericht. De eersten waren L’Oreal in 1909, Helena Rubinstein in 1912 en Coco Chanel in 1913 in Parijs. In het vaarwater van de industriële revolutie werd cosmetica een massaproduct en dus betaalbaar voor het grote publiek. Het was de eeuw van de uitvindersgeest: Van permanent tot de liposomen (kleine lipidebolletjes die werkzame stoffen dieper in de huid brengen) werd er van alles uitgevonden.
EN TEGENWOORDIG
Na zoveel industrialisatie en chemie valt er een herbezinning naar natuurlijke ingrediënten op te merken. Biologisch, veganistisch en organisch zijn niet alleen bij voeding, maar ook bij cosmetica gewenster dan ooit. Echter in high tech-formule met effectieve werkzaamheid, die ook meetbaar is.
De slimme Fresh-filosofie, die RINGANA vanaf het begin heeft vertegenwoordigd, is tegenwoordig actueler dan ooit.